zaterdag 26 mei 2012

Den Haag, de weduwe van Indië

“Ach kassian het is voorbij, kassian het is voorbij, Den Haag, Den Haag de weduwe van Indië ben jij”, dit zong Wieteke van Dort zo’n 25 jaar geleden al in haar rol als Tante Lien. De Indische dame uit Den Haag. En is het voorbij? Is het vergane glorie? Ik betwijfel het. De sporen van de Indische banden zijn nog zo duidelijk.
Natuurlijk heb je in Den Haag de Archipelbuurt met zijn  Javastraat, Celebesstraat, Atjehstraat, Sumatrastraat en het Bankaplein. De Indische roots is daar in steen gehouwen, dat zal nooit meer verdwijnen. Het Statenkwartier schijnt met zijn tuinen tussen de huizen speciaal zo gemaakt te zijn eind vorige eeuw zodat oud Indiëgangers er met al dat groen beter konden aarden. Hoewel ik het een prachtige buurt vindt, met mooi hoge huizen en geweldige perktuintjes, kan ik er, zelfs als ik veel fantasie gebruik, geen Indië in ontdekken. Maar het zijn beiden prachtige wijken in Den Haag.
Afgelopen donderdag ging ik met mijn moeder en mijn vriendin José naar de Tong Tong fair op het Malieveld. Voorheen kenden we deze onder de naam Pasar Malam Besar. En wij gaan ieder jaar. Gewoon uit traditie en natuurlijk omdat we het gewoon leuk vinden. Wij hebben geen Indisch bloed, maar ik denk dat mensen met een Indische achtergrond nog altijd de sfeer van Indië, van vroeger willen opsnuiven.
Dat zag ik van de week wel, toen ik in mijn lunchpauze met een paar collega’s in het parkje vlakbij het Malieveld zaten. Van het centraal station tot aan de Tong Tong fair liep een stroom van bezoekers. En ik vond het zo mooi om te zien. Mensen duidelijk van Indische afkomst, menig een met een batikshirt aan.
Maar ook mensen met misschien een vleugje Indisch bloed samen met de 2e, 3e, 4e en misschien wel 5e generatie. Die wel samen dat ‘ons kent ons’ gevoel delen. Kijk de generatie van vroeger die als geboorteplaats Soerabaja in hun paspoort heeft staan, sterft langzaam uit. Maar toch denk ik dat de nieuwe generaties, misschien onbewust toch nog stevig vasthouden aan het Indische. Ik verwacht dat er bij hen toen vaker Sajoer boontjes of Gado gado op het menu staat dan spruitjes of boerenkool.
Indië heeft zich gewoon geworteld in de Nederlandse cultuur. In vele keukens in Nederland is er op z’n minst een potje sambal oelek, ketjap manis en een pakje satémix te vinden. Wij maken met alle gemak, met hulp van o.a. Conimex of Koningsvogel natuurlijk, allerlei (Vernederlandste) Indische gerechten klaar. Nasi Goreng met saté ajam, een beetje Atjar en wat seroendeng op je bord is totaal niet meer exotisch. Ik was eens in Canada en in een klein plaatsje vlakbij Toronto kwamen we een Hollandse winkel tegen. Nou en wat hadden ze naast het speculaas en de ontbijtkoek? Een hele stelling vol gele Conimexproducten. Geweldig!
Zoals de Engelsen met het zelfde gemak naar de Curryshop gaan voor een heerlijke curry of tandoori chicken als naar de Chippy voor fish and chips. En zonder dat wij het realiseren spreken we allemaal een paar woorden Maleis. Bij de toko vragen we zonder probleem om trassi, santen, boemboe voor ajam pedis. We weten dat babi varken is, en gado gado groenten.
Ik werkte vroeger voor een zorgverzekering en daar kreeg ik geregeld ‘oudere’ Haagsche Indische dames aan de telefoon met een prachtig accent. Ik kan mij er één herinneren die altijd op zeer gebiedende toon naar mij vroeg, haar verhaal deed, en als ik haar dan geholpen had eindigde ze altijd met haar dankwoord met sterk Indisch accent: “Oh mevrouw, ik bestel later voor u een ligstoel in de Hemel”. Kijk die heb dus alvast binnenJ
Pasgeleden vond ik nog wat oude spulletjes van mijn opa uit Indië. Hij was daar rond 1948. Oude foto’s, boeken, verlofbriefjes. Mijn opa vond het een prachtig land. En het moet een betoverende wereld zijn geweest, zeker voor jongens uit die tijd, die nauwelijks gereisd hadden en geen weet hadden van andere culturen.
Dus wij hebben ons weer tegoed gedaan aan ons jaarlijkse Indische snuifje. Heerlijk tjendol gedronken en Es Shanghai en een goed bord Nasi Rames met saté ajam en een pisang goreng gegeten. En de volgende generatie gaat ook naar de Tong Tong fair. Rebecca ging met haar vriendin Marijke ook al voor het zoveelste jaar. En ook zij komt thuis met stukjes spekkoek. Ach kassian, het is misschien veranderd, maar zeker niet voorbij. Den Haag is een nog altijd springlevende weduwe.


1 opmerking:

  1. En als Vlaamse denk ik dan "Waar heeft ze het over?". Enkele van die gerechten "ken" ik wel. En de potjes sambal oeloek gaan er hier vlot doorheen, want ik meng het met een beetje majonaise, dan is het minder pikant maar wel heel erg lekker als sausje bij het (BBQ)vlees. Of een likje van die saus op een stokbrood, een dill pickel in schijfjes er bij, en een plakje jonge kaas. Hmmm!

    BeantwoordenVerwijderen