woensdag 28 september 2011

Nederlandse invloeden


Michael’s moeder had een Nederlandse achtergrond. Ze was zelf wel geboren in de VS, maar haar ouders kwamen waarschijnlijk uit Limburg. Maar precies weten we het niet. Hoe Nederlands zijn moeder was is hij eigenlijk pas achter gekomen toen hij met mij ging samenwonen. Bepaalde gewoonten, voorkeur voor bepaald eten, en een bepaalde aanpak van iets waarvan hij dacht dat die gewoon typerend waren voor zijn moeder bleken eigenlijk te ontspruiten uit de diep gelegen Nederlandse wortels. 

Zij was gek op drop. Nou dat is iets waar menige Amerikaan zijn neus voor optrekt. Zij hield van pure chocola. Ook iets niet typisch Amerikaans. De Amerikaanse chocola die ik tot zover heb geproefd was vrij lichte melkchocolade. 

Zij gebruikte ook veel gezegden. En dat schijnt toch ook weer erg Nederlands te zijn. Wij maken in onze taal sowieso veel gebruik van beeldspraak of gezegden. Als ik daar weleens op let, dan valt het mij op dat ik om de paar zinnen wel iets van beeldspraak gebruik.
 “het was warm vandaag, de mussen vielen dood van het dak”. “Je moet dat klusjes maar meteen doen, je moet het ijzer smeden als het heet is of vat de koe maar bij de horens”. Michael’s moeder had ook een paar van die mooie, zoals:

- slow down with your breakfast, nobody is going to take it away from you
-     You’re eating us out of house and home
-     You’re leading us into the poorhouse
-     You think we’re made out of money?
-     You’re a stick in the mud 

Ik vind het leuk om te zien dat sommige gezegden bijna zo letterlijk vertaald kunnen worden.
Zoals: “it’s raining cats and dogs”  is bij ons hondenweer
Of deze prachtige: “in the land of the blinds, one eye is king” In het land der blinden is 1 oog koning”.
Maar anderen krijgen heel andere draai. Zo heb ik ooit een Engelse cursus gedaan en daar vertelde de lerares over ‘ false friends’ . Uitspraken die Engels-technisch gezien wel kloppen, maar totaal verkeerd zijn. Een paar weet ik mij nog te herinneren.
-     In een interview op tv vroeg de reporter aan een Nederlandse voetballer. And? You celebrated your victory last night? De voetballer antwoordde: Yes, we really put the flowers outside last night’
In het Engels zeggen ze: ‘ we painted the town red’ . Moet je maar weten toch?
-     Did you enjoy that period??? (menige Amerikaanse of Engelse dame kijkt zeker op van deze vraag)

Hieruit blijkt wel weer dat hoe goed je een andere taal ook machtig bent, je toch voor verrassingen kan komen te staan. En dan hebben we het nog niet over lokale uitdrukkingen of dialecten. Michael verbaast zich weleens waarom wij bijvoorbeeld de Vlaamse tv kunnen volgen. Het klinkt hem heel anders in de oren.
Het klinkt zachter, met de zachte g, en ze gebruiken soms zelfs heel andere woorden. ‘morgen’  is ‘s anderendaags bijvoorbeeld. En wij weten dat de kinderhoofdjes in de straten van Antwerpen kasseien heten. 

Taal is een combi van weten en aanvoelen. Iets waar ik denk dat Nederlanders erg goed in zijn. Wij hebben ons daarin jaren getraind.
Genoodzaakt misschien door als inwoners van zo’n klein landje overal en altijd een andere taal te moeten spreken. Michael heeft nooit een andere taal hoeven spreken. Ook niet tijdens het reizen. In de VS zeker niet. Ja, tijdens zijn tijd in Duitsland wel. Daarom weet hij nog steeds dat een snackbar een imbiss is. Heeeel belangrijk.

Laatst werd hij nogal laat wakker en noemde ik hem een ‘ slaapkop’. Nou, hij weet dat to sleep ‘ slapen’  betekent. Hij weet dat wij een hoofd weleens een ‘ kop’  noemen. Ik bedoel, zo moeilijk moet dat toch niet zijn? Nou, ik heb het echt moeten uitleggen voordat hij het begreep. Ik denk dat het knopje in zijn hersenen waardoor je kan aanvoelen wat iets in een andere taal betekent, niet is aangezet. Eens kijken of ik dit knopje kan vinden…

zaterdag 24 september 2011

Frost on the Pumpkins


Ieder jaar rijden wij in september naar Voorschoten en halen onze herfstdingen in huis. In Voorschoten kan je langs de kant van de weg allemaal pompoenen, Indian corn, en van die kleine sierappeltjes en dat soort dingen kopen. Eigenlijk is de herfst ons favoriete jaargetijde. Al die kleuren, de frisse lucht met een geur van blaadjes en dan toch nog mooi weer. Heerlijk. 

Dus hebben we wat pompoenen en een paar van die mooi bolchrysanten gekocht om ons huis in herfstsfeer te dopen. Zo gezellig allemaal. Stiekem heeft Michael ook al wat spookjes te voorschijn gehaald die binnen een paar weken weer in onze kamer hangen voor Halloween. Michael is erg van het decoreren. Ik vind het ook wel leuk, maar niet teveel. Het is niet echt a la Martha Stewart bij ons maar wel gezellig en gelukkig kunnen we daar altijd een mooie balans in vinden.

En dit najaar is een beetje extra speciaal. Wij zijn de 28ste namelijk 5 jaar getrouwd!! Jawel. Ongelooflijk dat het alweer 5 jaar is. Dat betekent officieel gesproken dat Michael nu een eigen ‘permit’  zou kunnen aanvragen, en dat hij zelfs voor ‘Dutch citizenship’ zou kunnen gaan. Na 5 jaar heb je denk ik voor de IND wel bewezen dat je wel een serieuze relatie onderhoudt met elkaar. Nou gelukkig is dat niet de vraag bij ons. Michael zegt geregeld tegen mij: Darling, ‘you never going to get rid of me, you’re stuck with me’. En dat geldt voor hem precies hetzelfde.

Ziek, zwak en misselijk


Wat een waardeloze week hebben wij hier achter de rug zeg. OK, ik had misschien al weeeeeken geleden eens wat beter naar mijn lichaam moeten luisteren. En met dat aanhoudende kuchje eens naar de dokter moeten gaan. Maar nee hoor, lekker Hollands eigenwijs doorzetten totdat het lichaam zegt: ho stop! Tot zover en niet verder.

En toen was ik gevloerd! Ik heb vanaf vorige week vrijdag tot vandaag op bed gelegen met een flinke bronchitis. Het is lang geleden dat ik mij zo ziek heb gevoeld. Bah! En ik kreeg er ook van alles bij. Blaasjes in mijn mond, hoofdpijn, buikloop, snottebellen, ontstoken oog, en hoesten als een gek. Maar Thank God for penicilline. Na een kuurtje antibiotica zijn we er weer. 

Michael heeft ontzettend lief voor mij gezorgd. En kwam met allemaal gezonde dingen aandragen. Jus, vitaminepillen, fruit, dropjes en dat soort dingen. Afgelopen donderdag was het zulk mooi weer hier, dus na al een aantal dagen tussen de bank en het bed te hebben vertoefd, probeerde ik dik ingepakt de tuinstoel op balkon. Heerlijk in het zonnetje en uit de wind in mijn ochtendjas. Ik moest zo denken aan die oude foto’s die je weleens ziet van mensen met TBC in zo’n sanatorium.

En wat gebeurde er toen ik buiten zat? Ik zag een beestje, ik dacht dat ik zo’n fruitvliegje zag landen op mijn arm, en ik wilde hem aanraken, en toen keek ik goed, ik raakte hem aan en poing daar sprong hij naar mijn andere arm. Het bleek een vlo te zijn! Maar we hebben helemaal geen huisdieren, we wonen driehoog, hoe kan dat nou? Ik dacht op dat moment: jawel ja, ziek, rochelend, hoestend en proestend zit ik daar zielig, heb ik straks ook nog vlooien. Maar gelukkig is het er bij die ene gebleven.
Nou maar hopen dat ik met dit weekje zoveel krediet heb opgebouwd dat alles virussen aankomende herfst en winter aan mijn deur voorbij gaan.

zondag 11 september 2011

De Jongen op het vliegtuig

Michael heeft al jaren een Nederlandse cursus van Rosetta Stone op zijn computer. Vlak voordat hij Naar Nederland kwam was hij er nogal druk mee bezig. Ik herinner mij dat wij het er wel eens aan de telefoon over hadden. En ik vroeg hem welke Nederlandse zinnen hij al kon uitspreken. 1 ervan was: ‘de jongen op het vliegtuig’ . Nee, zei ik ‘dat is niet goed’. Het moet zijn: ‘de jongen in het vliegtuig’ . Maar nee, zei Michael: het is toch echt ‘de jongen op het vliegtuig’. Nou, ik had meteen mijn oordeel over die hele cursus klaar. Wat een waardeloze cursus, zeker gemaakt door Amerikanen die de taal niet geheel machtig zijn. Totdat Michael mij het plaatje van de cursus stuurde: Het was echt een jongen op een vliegtuig. Heel grappig, maar Michael had wel gelijk. 



Maar ik moet eerlijk zijn. Michael is niet heel erg veel verder gekomen wat zijn Nederlands betreft. Hij heeft er absoluut geen aanleg voor. Het lijkt wel of niets blijft hangen bij hem. Ja, korte woordjes lukt wel, maar hele zinnen. Toch denk ik stiekem dat het een combinatie van onzekerheid, eigenwijsheid en een soort mindset die hij heeft sinds hij naar Nederland kwam. En dat is, dat wij hier tijdelijk wonen. Na een aantal jaren gaan we toch weer terug naar de US. Dus waarom zal je je druk maken en een taal leren. 

Iedereen begrijpt hem hier, tot het meisje achter de kassa bij Albert Heijn of bij de bakker om de hoek. Dus lekker makkelijk. Collega’s zeggen weleens: ja, jij moet continue Nederlands spreken thuis. En misschien was dat ook wel beter geweest. Maar weet je wel hoe irritant het is als je al drie keer in het Nederlands om de boter moet vragen?

Momenteel is hij weer bezig met Nederlands. Ik vind het heel belangrijk dat hij in ieder geval een basiskennis bezit. Ik sta er echt totaal anders in. Het eerste wat ik zou doen als ik naar een ander land zou verhuizen, is de taal leren. Maar dat schijnt wel een typisch Nederlands trekje te zijn.

Het resultaat van onze Nederlandse/Amerikaanse liason is een afschuwelijk eigen taaltje wat wij nu gecreerd hebben, en thuis gebruiken. Een Nederlandse of Engelse leraar zou er kromme tenen van krijgen. 
Ik geef een paar voorbeelden:
  • Did you call the ‘belastingdienst’
  • Do you want a ‘tijgerbolletje or Kaiserrol’
  • Do you have a ‘ kruikje’ for the Reeb (verbastering van de  prachtige naam ‘Rebecca’ van mijn dochter) because she has cold feets (echt waar we plakken er voor de gein gewoon ook een ‘s’ achter)
  • You have ‘pluisjes’ on your sweater
  • Do you want a ‘broodje'
  • Are we having 'kip' tonight?
Toch geef ik het niet op! Michael moet echt eens volzinnen in het Nederlands kunnen uitspreken. Ik bedoel: de jongen heeft een Ivy League degree in z'n broekzak, dan moet dit toch wel mogelijk zijn?

Ik dreig weleens met het scenario dat wat als ik Alzheimer’s krijg, en ik kan ineens geen Engels meer spreken? Wat dan? Ik heb weleens begrepen dat de moeder van Audrey Hepburn, die Nederlandse was van geboorte, aan het eind van haar leven alleen maar Nederlands sprak. Gelukkig sprak Audrey ook  Nederlands, en dat was handig toen ze voor haar moeder zorgde. Kijk en ik vond Audrey altijd al zo leuk, maar toen ik dat hoorde, nog meer. Vanavond ga ik maar weer eens op missie. Misschien helpt het als ik samen met Michael nog even door de Rosetta Stone lessen ga op de computer. Kijken of er misschien ook nog een jongen in het vliegtuig zat.