Michael’s moeder had een Nederlandse achtergrond. Ze was zelf wel geboren in de VS, maar haar ouders kwamen waarschijnlijk uit Limburg. Maar precies weten we het niet. Hoe Nederlands zijn moeder was is hij eigenlijk pas achter gekomen toen hij met mij ging samenwonen. Bepaalde gewoonten, voorkeur voor bepaald eten, en een bepaalde aanpak van iets waarvan hij dacht dat die gewoon typerend waren voor zijn moeder bleken eigenlijk te ontspruiten uit de diep gelegen Nederlandse wortels.
Zij was gek op drop. Nou dat is iets waar menige Amerikaan zijn neus voor optrekt. Zij hield van pure chocola. Ook iets niet typisch Amerikaans. De Amerikaanse chocola die ik tot zover heb geproefd was vrij lichte melkchocolade.
Zij gebruikte ook veel gezegden. En dat schijnt toch ook weer erg Nederlands te zijn. Wij maken in onze taal sowieso veel gebruik van beeldspraak of gezegden. Als ik daar weleens op let, dan valt het mij op dat ik om de paar zinnen wel iets van beeldspraak gebruik.
“het was warm vandaag, de mussen vielen dood van het dak”. “Je moet dat klusjes maar meteen doen, je moet het ijzer smeden als het heet is of vat de koe maar bij de horens”. Michael’s moeder had ook een paar van die mooie, zoals:
- slow down with your breakfast, nobody is going to take it away from you
- You’re eating us out of house and home
- You’re leading us into the poorhouse
- You think we’re made out of money?
- You’re a stick in the mud
Ik vind het leuk om te zien dat sommige gezegden bijna zo letterlijk vertaald kunnen worden.
Zoals: “it’s raining cats and dogs” is bij ons hondenweer
Of deze prachtige: “in the land of the blinds, one eye is king” In het land der blinden is 1 oog koning”.
Maar anderen krijgen heel andere draai. Zo heb ik ooit een Engelse cursus gedaan en daar vertelde de lerares over ‘ false friends’ . Uitspraken die Engels-technisch gezien wel kloppen, maar totaal verkeerd zijn. Een paar weet ik mij nog te herinneren.
- In een interview op tv vroeg de reporter aan een Nederlandse voetballer. And? You celebrated your victory last night? De voetballer antwoordde: Yes, we really put the flowers outside last night’
In het Engels zeggen ze: ‘ we painted the town red’ . Moet je maar weten toch?
- Did you enjoy that period??? (menige Amerikaanse of Engelse dame kijkt zeker op van deze vraag)
Hieruit blijkt wel weer dat hoe goed je een andere taal ook machtig bent, je toch voor verrassingen kan komen te staan. En dan hebben we het nog niet over lokale uitdrukkingen of dialecten. Michael verbaast zich weleens waarom wij bijvoorbeeld de Vlaamse tv kunnen volgen. Het klinkt hem heel anders in de oren.
Het klinkt zachter, met de zachte g, en ze gebruiken soms zelfs heel andere woorden. ‘morgen’ is ‘s anderendaags bijvoorbeeld. En wij weten dat de kinderhoofdjes in de straten van Antwerpen kasseien heten.
Taal is een combi van weten en aanvoelen. Iets waar ik denk dat Nederlanders erg goed in zijn. Wij hebben ons daarin jaren getraind.
Genoodzaakt misschien door als inwoners van zo’n klein landje overal en altijd een andere taal te moeten spreken. Michael heeft nooit een andere taal hoeven spreken. Ook niet tijdens het reizen. In de VS zeker niet. Ja, tijdens zijn tijd in Duitsland wel. Daarom weet hij nog steeds dat een snackbar een imbiss is. Heeeel belangrijk.
Laatst werd hij nogal laat wakker en noemde ik hem een ‘ slaapkop’. Nou, hij weet dat to sleep ‘ slapen’ betekent. Hij weet dat wij een hoofd weleens een ‘ kop’ noemen. Ik bedoel, zo moeilijk moet dat toch niet zijn? Nou, ik heb het echt moeten uitleggen voordat hij het begreep. Ik denk dat het knopje in zijn hersenen waardoor je kan aanvoelen wat iets in een andere taal betekent, niet is aangezet. Eens kijken of ik dit knopje kan vinden…
